Palynologisch zeef- en prepareerlab

Om conclusies te kunnen trekken uit allerlei microscopische resten van planten, moet dat materiaal eerst bevrijd worden uit het sediment waarin het gevangen zit. De laatste fase van dat prepareerproces vindt plaats in het Palynologisch zeef- en prepareerlab. De werkzaamheden in dit lab staan aan de basis van onderzoek naar fossiele brandstoffen, aardwarmte en landschapsreconstructies.

Voor diverse vakgebieden

Kennis van de Nederlandse onder- en bovengrond vergt onder meer inzicht in de diversiteit van afzettingen in relatie tot klimaat en tijd. Palynologie houdt zich bezig met onderzoek aan microscopische resten van planten, zoals pollen en sporen, en de cysten van algen. We analyseren zowel geologische resten, ontstaan vóór de aanwezigheid van mensachtigen, als paleo- of archeobiologische resten die zijn afgezet tijdens de voorouders van de moderne mens en archeologisch tot forensisch materiaal, ontstaan sinds de aanwezigheid van de moderne mens.

Preparaten maken

Het onderzoek begint met het selecteren van sedimenten (gesteenten) die we vervolgens bewerken met diverse chemicaliën, zoals waterstoffluoride en zoutzuur. In een aantal stappen lossen we kalk en silicaten op en neutraliseren we de resterende oplossing. Wat overblijft is een residu dat bestaat uit modder en organisch materiaal. Vervolgens concentreren en scheiden we het organisch materiaal, met behulp van trilbakken en verschillende zeven, bespannen met doeken variërend van 5 tot 250 micrometer. Wat uiteindelijk overblijft, is een concentraat van pollen, sporen en cystenrijk materiaal. Afhankelijk van de oorsprong en ouderdom kunnen we dat nog verder bewerken. Vaak kunnen we het materiaal direct op een glasplaat aanbrengen en vervolgens afdekken met een glasplaatje. Verschillende media (met een specifieke brekingsindex) maken het mogelijk om een permanent of een tijdelijk preparaat te maken. Zeker bij gesteenten uit boringen uit de diepe ondergrond is een permanent preparaat gewenst.

Automatische beeldherkenning in ontwikkeling

De preparaten zijn, na te zijn voorzien van relevante informatie zoals locatie en diepte, klaar voor analyse door de palynoloog. Dat gebeurt visueel, via een microscoop. Maar de analysemethode is in ontwikkeling. Via artificial intelligence leren we onze systemen om materiaal te herkennen op basis van vastgelegde beelden. Zo zal in de toekomst geautomatiseerde telling mogelijk zijn.

Samenwerking op basis van expertise

We adviseren onze stakeholders over opwerking en tellingen. We hebben een uitstekende samenwerking met universiteit en bedrijfsleven, waarbij we wederzijdse kennis en expertise uitwisselen, maar ook apparatuur en kennis over het gebruik daarvan. De combinatie van onze expertise met de laboratoriumfaciliteiten van onszelf en de Universiteit Utrecht, maar ook de synergie met andere expertises binnen GDN, maakt het geheel uniek binnen Nederland.

Meer over ons Palynologisch lab

Wil je meer informatie? Neem contact op met Nico Janssen via onderstaande blauwe knop met het label ‘mail direct’. 

Aanvullende informatie

Aanvullende informatie met betrekking tot de bereiding en alternatieve bereidingsmethoden zijn te vinden in een recent verschenen publicatie (Engelstalig): Riding, J.B. (2021): A guide to preparation protocols in palynology.