Wil je meer informatie?

Sytze van Heteren

Sytze van Heteren,

Marien en Kustgeoloog

Mail

sytze.vanheteren@tno.nl

Dankzij hulp van RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, heeft de Geologische Dienst Nederland boormonsters van offshore windmolenparken gekregen om op te slaan in het Centraal Kernhuis, zodat ze beschikbaar zijn voor toekomstig onderzoek.

Het gaat om tientallen kubieke meters aan bijzonder waardevol materiaal van dieptes tot 80 meter onder de zeebodem. Dit materiaal vormt een belangrijke aanvulling van de bestaande collectie van grondmonsters in het Centraal Kernhuis van de Geologische Dienst. In het Noordzeedeel van deze collectie waren tot nu toe alleen de ondiepste lagen, tot ongeveer 10 meter onder het zeebodemoppervlak, goed vertegenwoordigd. De ondiepste lagen geven vooral een beeld van laat-pleistocene gebiedsontwikkeling en bodemopbouw: ongeveer 100.000 jaar van veranderingen in klimaat, zeespiegel en afzettingsmilieus. Juist de vroeg- en midden-pleistocene ontwikkeling, tot 2,5 miljoen jaar terug, kan met deze nieuwe, iets diepere monsters uit de Nederlandse zeebodem beter worden onderzocht en begrepen. Over deze tijdsperiode valt nog veel te leren.

Offshore samples worden omgepakt in de Utrechtse beschrijfruimte voordat ze naar het Kernhuis gaan.

‘Recycling’ van boormonsters voor onderzoek

RVO verzorgt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de locatiestudies van de aangewezen windenergiegebieden, waaronder grondonderzoeken van de bodem van de Noordzee. Onderdeel van deze onderzoeken zijn boringen. Met de data en samples uit deze onderzoeken maakt een windparkontwikkelaar een projectplan, waar hij rekening houdt met onder meer de grond-, wind- en watercondities. RVO stelt de boormonsters na de tenderfase beschikbaar aan de winnende aanbieder, de ontwikkelaar van het toekomstige windpark. Nadat het park gebouwd is, stelt RVO de monsters nu beschikbaar aan TNO zodat ze breder inzetbaar blijven.

De aangeleverde samples zijn zeer welkom. Zelf dit soort diepere boringen zetten is te kostbaar. Elke matig diepe windparkboring waarvan boormonsters met grind, zand, klei en ander materiaal beschikbaar komt, kost minimaal een ton aan scheepstijd, apparatuur en arbeid. Zonder tussenkomst van RVO zou de vindbaarheid en toegankelijkheid van deze unieke samples op lange termijn niet kunnen worden gegarandeerd. Nu krijgen ze een tweede leven in onderzoek naar de energietransitie, opslag van CO2, offshore infrastructuur en de verdere uitrol van windenergie op zee. En er komt nog veel meer aan.

De bijbehorende boormonsterbeschrijvingen zijn ook aangeleverd. Ze worden opgeslagen in de publiek toegankelijke database van de Geologische Dienst, zodat ze voor iedereen beschikbaar zijn. De Geologische Dienst zelf gebruikt deze gegevens nu al voor de geomodellering van de Noordzeebodem. Met de samples van offshore windmolenparken wordt het gat tussen de diepe en ondiepe kartering overbrugd. Juist dit bereik, tussen 10 en 100 meter onder de zeebodem, is interessant voor de energietransitie. Ook door externe partijen wordt al gebruik gemaakt van het gearchiveerde materiaal. Voor academici en professionals van bedrijven ligt een schat aan informatie te wachten.

Opgeslagen in bibliotheek van de ondergrond

Nadat de binnengekomen samples zijn omgepakt, en van streepjescodes voorzien, worden ze opgeslagen in het Centraal Kernhuis van de Geologische Dienst Nederland. Dit Kernhuis is als het ware de bibliotheek van de ondergrond. Er ligt een enorm grote collectie sediment- en gesteentemonsters opgeslagen. De monsters zijn verzameld over een periode van meer dan 100 jaar en komen uit bouwputten, boringen en opgravingen van land en zee. Veel van het materiaal is beschikbaar voor onderzoek. Wil je daar meer over weten? Neem contact op met onze Servicedesk.

Een gele muur van kratten met windparkmonsters in het Kernhuis.

Zie ook