In Nederland wordt heel veel drinkwater gebruikt en de vraag hiernaar neemt alleen maar toe. Een deel van het drinkwater komt uit oppervlaktewater. Een ander deel, vooral in de hogere delen van het land, komt uit de ondergrond, de aardlagen. Omdat er zoveel drinkwater gebruikt wordt moet er steeds dieper gezocht worden in die aardlagen. Op dat punt lopen we tegen grenzen aan.
Om de effecten van de drinkwaterwinning te berekenen worden grondwatermodellen gebruikt. eTNOs sprak over deze complexe zaak met Stefanie Bus, geohydroloog bij de Geologische Dienst Nederland. Volgens Bus wordt er in veel grondwatermodellen gewerkt met continue aanwezige scheidende lagen, maar dat is niet de realiteit. “Vaak zijn er gaten in die lagen. Dat kan weer leiden tot een onvoorziene daling van het grondwater, verzilting, verontreiniging, ijzerverstopping etc. Je merkt gewoon dat gedetailleerde kennis van de ondergrond noodzakelijk is. Waterwinningen gaan steeds dieper. Hier in Utrecht zit men in het derde en vierde watervoerende pakket. Regenwater doet er meer dan 200 jaar over om daar te komen. In Brabant wil men voor pieksituaties naar nog dieper watervoerende lagen, omdat de huidige capaciteit niet groot genoeg is om aan de vraag te voldoen. We hebben nu al te maken met de gevolgen van overal pompsystemen aanleggen, omdat onze waterhuishouding is ingericht op water afvoeren en niet op vasthouden en besparen in de zomer.”
Het hele interview kun je hier lezen.